Coachend begeleiden

Deze cursus is bedoeld voor mensen die collega’s, die het vak nog moeten leren, op een coachende wijze mogen begeleiden en die op zoek zijn naar praktische handvatten om meer uit hun begeleiding te halen.

Niveau: MBO +, HBO 

Van deelnemers wordt verwacht dat zij bereid en in staat zijn om te reflecteren op hun eigen gedrag. Als richtlijn houden we MBO+, HBO-niveau aan. Mocht je interesse hebben en hier niet aan voldoen neem dan contact met ons op. Dan kijken we gezamenlijk of je door kennis en ervaring alsnog voldoende kwalificaties hebt om deel te kunnen nemen.

Door het volgen van deze training weet je wat de basisvaardigheden van coachend begeleiden zijn en kan je ze toepassen. Je leert echt contact maken zodat je weet wat je moet doen om de ander te motiveren en stimuleren om zelf in beweging te komen. Hierdoor wordt je begeleiding zowel voor jou als de ander doelgericht en is het voor beiden duidelijk wat je van elkaar kan verwachten.

In deze praktische training leer je op een natuurlijke, coachende manier begeleiden met als doel dat degene die je begeleidt zelf de regie neemt over zijn eigen leerproces.

Dagdeel 1: Contact maken
Contact met elkaar is de basis van elke coaching. Echter heel vaak wordt deze stap overgeslagen en gaan we gelijk aan de slag met de taak en de zaak. Veel goed bedoelde ‘begeleiding’ mist daardoor zijn doel volledig omdat beide partijen niet met elkaar in ‘contact’ zijn en daardoor elkaar niet begrijpen. In dit blok gaan we in op de vragen: Hoe maak je contact, hoe zorg je ervoor dat de ander zich open stelt om jouw begeleiding te ontvangen.? Wat moet je vooral wel en niet doen? Hoe check je tijdens je gesprek of de ander je nog volgt en daadwerkelijk luistert naar wat je zegt? In dit blok ervaar je welke valkuilen er zijn en hoe moeilijk het is om echt contact te maken en te houden en krijg je handvatten om dit beter te doen.

Dagdeel 2 Het contract/ de afspraken!
Bij contract gaat het om de afspraken die je maakt met elkaar. Coachend begeleiden gaat uit van gelijkwaardigheid en daardoor is het belangrijk dat je met elkaar voordat je gaat begeleiden afspreekt wat het doel is van de begeleiding en wat je van elkaar verwacht. Dit noemen we ook wel het ‘contract’. Welke afspraken maak je met elkaar over de begeleiding? Hoe spreek je elkaar daarop aan?

Dagdeel 3: Weerstand en behoeftes
Welke weerstand kom je tegen wanneer je anderen mag begeleiden en hoe ga je daarmee om. Wanneer je iemand mag begeleiden en daarbij handvatten aanreikt om iets op een andere wijze aan te pakken kom je in negen van de tien gevallen weerstand tegen. Immers impliciet zeg je dat het oude dat ze waarschijnlijk al lang gedaan hebben niet meer voldoet en dat ze iets anders moeten gaan doen. Dat roept weerstand op. In dit blok hebben we het over die weerstand en geven je handvatten om daar op een positieve wijze mee om te gaan.

Dagdeel 4 Coach- en gespreksvaardigheden. 
Hoe werk je aan een leerklimaat dat stimuleert en motiveert tot zelfredzaamheid mét een vangnet? Maar ook hoe kom jij zelf over en hoe achterhaal je wat de ander precies bedoelt te zeggen? Dan hebben we het over: Luisteren, samenvatten en doorvragen, waarbij je rekening houdt met ‘je eigen filter’ waardoor je geneigd bent te horen en zien wat je wil horen en zien.

Dagdeel 5: Hoe breng je structuur in je begeleidingsgesprekken?
Hoe structureer je je begeleidingsgesprek(ken) van begin tot eind en maak je concrete afspraken die de ander helpt om zelf daadwerkelijk in beweging te komen.

Dagdeel 6: De vraag achter de vraag. 
Bij begeleidend coachen gaat het erom dat je de ander door middel van gerichte vragen inzichten geeft zodat hij zelf in beweging komt. Je leert doorvragen wat de ander wil bereiken en waar nu precies de leervraag zit. Dit doe je door het stellen van de juiste vraag op het juiste niveau. Hierdoor krijgt de ander inzichten en handvatten om zelf gericht aan de slag te gaan.

Na deelname aan deze cursus sta je steviger in je schoenen als coachend begeleider. Je kan je rol invullen, weet hoe je een positief leerklimaat schept en weet welke vragen je op welk moment moet stellen om de ander te stimuleren om in beweging te krijgen.